Intern verslag 298
Grote huizen in de Sint Jorisstraat
Inleiding
Dit verslag is gemaakt in het kader van het onderzoek naar de grote huizen, en meer specifiek naar dergelijke huizen in het zuidwestelijk stadsgebied.Het gaat bij dit complex om de voorgangers van het noordelijk deel van Sint Jorisstraat 121 (in 1909 nummer 27). In de Late Middeleeuwen betrof het drie naast elkaar staande huizen, die in 1498 zijn samengevoegd tot één complex.1
Aan de noordkant2 bevond zich - naast een huis vanaf 1606 deel uitmakend van het kartuizerklooster - het huis dat het Huis van Bokhoven werd genoemd, daarnaast in zuidelijke richting twee huizen, die samen werden aangeduid als het Huis van der Aa. Ten zuiden hiervan bevond zich de Oude-Schutsbogaard. De huizen worden behandeld van noord naar zuid.
Het Huis van Bokhoven
Dit huis grensde aan een huis (Sint Jorisstraat 119, oud 25) dat eerst van Aart Berwout was, vervolgens van zijn weduwe, die het verkocht aan Geertruid dochter van Klaas van Stakenborch en weduwe van Willem van de Kerkhof. Later hertrouwde Geertruid met Rutger van Erp. In 1606 kwam het aan de kartuizers, die al sinds lange tijd het noordelijk naastgelegen pand bezaten.3In 1396 kocht Jacob uter Oesterwijc een cijns van 18 en drie derde (!) schilden af uit het huis dat later het Huis van Bokhoven zou gaan heten. Deze cijns was toen in het bezit van de weduwe van Jan van Haren en haar kinderen.4 Blijkens een schepenakte van 9 augustus 1438 had Gijsbrecht Lysscap deze cijns beloofd aan Jan van Haren.5
1. | Zie hierna. |
2. | A.F.O. van Sasse van Ysselt, Voorname huizen en gebouwen van ’s-Hertogenbosch I (1910) 374-400, noemt dit ten onrechte ‘oostwaarts’ en de richting van de Oude Hulst ‘westwaarts’. |
3. | Ald. 380-382. |
4. | Gemeentearchief ’s-Hertogenbosch [GAHt], Rechterlijk archief (Bosch’ protocol) [R.] 1180, blz. 654: Domicella Luytgardis relicta quondam Iohannis de Haren cum tutore, Walterus Henricus et Willelmus, liberi dictorum domicelle Luytgardis et quondam Iohannis de Haren, hereditarium censum decem et octo denariorum aureorum communiter scilde vocatorum --- atque trium tertiarum partiarum! unius denarii antiqui --- ex domo lapidea et area sita in Buscoducis in vico dicto Aude huls inter hereditatem Iohannis filii quondam Boudewini ex uno et inter hereditatem Gheerburgis relicte quondam Willelmi vanden Gelucke? ex alio, tendente a communi platea retrorsum ad aquam ibidem fluentem, necnon ex attinentiis eiusdem domus lapidee et area singulis et universis, prout in litteris, hereditarie supportaverunt Iacobo uter Oesterwijc. |
5. | R. 1208, f. 129v. Zie hierna. |